Bedrijfsvoering

De gemeente Utrecht speelt in op de vraagstukken en ontwikkelingen van de stad en levert producten en diensten voor de stad. De bedrijfsvoeringfuncties zorgen er met hun ondersteunende werkzaamheden voor dat het primaire proces deze producten en diensten zo goed mogelijk kan realiseren.

Gezond Stedelijk leven voor iedereen brengt een aantal opgaven met zich mee. Opgaven in de stad vertalen zich naar doelstellingen voor de organisatie. Vanuit bedrijfsvoering ondersteunen we het primaire proces bij het realiseren van die doelstellingen. We kijken wat ons belemmert te doen wat nodig is in de stad, naar wat nodig is om samen te werken met de stad en wie daarin wat moet doen. Zodoende helpen we ons gemakkelijker en vanzelfsprekender te organiseren rondom de opgaven die zich aandienen.

Opgavegericht werken
We leggen het accent op de opgaven in de stad, en het gemakkelijker organiseren rondom deze opgaven. Datgene wat in de stad gerealiseerd moet worden staat centraal en bepaalt met wie (binnen en buiten) en op welke manier we aan de slag gaan. In 2017 hebben we, samen met partners in de stad, de Utrechtse Principes en de zeven hoofdopgaven voor ‘Gezond Stedelijk Leven voor iedereen’ geformuleerd. Het formuleren van en werken aan deze opgaven draagt bij aan de verbinding met de stad en binnen de organisatie op inhoudelijke thema’s. Opgaven zijn niet altijd gebonden aan gemeentegrenzen. We hebben de samenwerking binnen het U10-netwerk benut om deze grensoverschrijdende opgaven te adresseren. Hiervoor is in U10-verband een ruimtelijk-economische koers opgesteld die als basis dient voor verdere vertaling naar een regionaal uitvoeringsprogramma.

De opgaven voor de organisatie vragen veel van de wendbaarheid en inzetbaarheid van onze medewerkers. Het gaat goed met die wendbaarheid. In 2017 was de mobiliteit 20%. In vergelijking met vorige jaren is de interne mobiliteit (doorstroom) ongeveer gelijk gebleven (9%), en de instroom gedaald van 13% naar 9%. Daarbij komt nog 2% aan interne en externe detacheringen. De organisatie was in 2017 volop in beweging, met name in het ruimtelijke domein. De transitie naar de nieuwe organisatie Ruimte heeft als belangrijke doelstelling het opgavegericht werken vanuit de koers van de stad. Deze koers is uitgestippeld in de Ruimtelijke Strategie Utrecht (RSU): groei door verdichting. De opgaves worden vormgegeven in een groot aantal grote en kleine projecten waar Ruimte aan werkt. De gebiedsgerichte en thematische projecten worden daarbij ondersteund door een gildestructuur waarin de medewerkers in een grote projectenorganisatie hun bijdrage leveren aan de opgaves. De hoge mobiliteit en de inzet op Strategische Personeelsplanning stelt ons in staat om de organisatie organisch aan te passen aan de veranderingen zonder nieuwe overplaatsbaarheid van medewerkers te creëren. In 2017 nam het aantal overplaatsbare medewerkers af van 32 naar zes.

De formatie is met 150 fte gegroeid van 3.675 fte eind 2016 naar 3.825 fte eind 2017. Deze groei was verwacht in de Programmabegroting 2017 vanwege onder andere de uitvoering van de Nieuwe Ruimtelijke Strategie en het werken aan extra werkgelegenheid in de stad. De formatiegroei zien we vooral bij de Ontwikkelorganisatie Ruimte (+23 fte), Interne Bedrijven (+53 fte), Werk & Inkomen (+24 fte) en bij Volksgezondheid (+17 fte). Specifiek bij Ruimte spelen er verschillende grote opgaven die de beschikbare capaciteit overtroffen. De uitvoering van de Ruimtelijke Strategie in combinatie met het opgavegericht werken, samen met de stad en in een tijd van hoogconjunctuur doet een groot beroep op de organisatie. Daarom is er in 2017 uitbreiding van de formatie aangevraagd en is door de grote vraag extra ingehuurd om aan het werkpakket te voldoen. De formatie-groei is niet gekoppeld aan de overgang van medewerkers van het Project Management Bureau, die volgt nog in 2018. Bij Interne Bedrijven zit de groei vooral bij het Project Management Bureau (+44 fte), daarnaast is de meeste groei bij Informatievoorzieningen (+8 fte) en Automatisering (+6 fte). Een deel van de groei van de formatie wordt verklaard door het toewerken naar meer interne flexibiliteit en de daarmee samenhangende afname van het aantal externen.

We streven naar een gezond evenwicht tussen externe en interne flexibiliteit. Utrecht hanteert als uitgangspunt dat structureel werk, structureel wordt ingevuld. Vast waar het kan, flexibel waar het moet. In de nieuwe cao wordt Utrecht als voorbeeld genoemd met het streven naar interne flexibiliteit (Flexibel Formeren). Het aantal externen in de hele gemeente Utrecht is afgenomen met 88 (van 653 naar 565), dit zien we vooral terug bij Stadsbedrijven (-19), Werk & Inkomen (-18), Publiekszaken (-15) en bij Volksgezondheid (-14). Ook het aantal payrollers neemt af. In 2017 hebben we het besluit genomen om payrollers die minimaal een half jaar in dienst zijn bij vacatures de status toe te kennen van interne kandidaat (en daarmee voorrang te geven boven externe kandidaten). Wij hebben daarmee actief het initiatief genomen om de positie van payrollers te versterken.

Participatie
Om onze opgaven waar te maken is het belangrijk de samenleving te begrijpen en onze eigen rol bewust te kiezen. Weten wat er gebeurt, zien wat er nodig is en wie we nodig hebben om de opgaven in de stad te realiseren. Dit vraagt meer dan nu het geval is om het gezamenlijke gesprek met partners over de opgaven in de stad en om overzicht. En ook om die opgaven vervolgens samen te realiseren.
We zien dat initiatieven die maatschappelijke waarde hebben, die geborgd zijn in buurt, wijk of stad maar die geen sluitend verdienmodel weten te vinden moeite hebben om te verduurzamen. Daarom zijn we gestart met het formuleren van een visie op maatschappelijke waarde en initiatieven en zoeken we naar duurzame financieringsmogelijkheden onder meer met een leerexperiment. Daarnaast hebben we met veel partijen gewerkt aan het vernieuwen van de wijkparticipatie waarbij we onder andere onderzochten hoe we meer gemêleerde groepen kunnen bereiken. We hebben ervaren dat naar de mensen toe gaan en een persoonlijke benadering goed werkt om dat doel te bereiken.

Ook in onze inkoop zetten we in op het gezamenlijk met andere partijen realiseren van de ambities op onze opgaven. In 2017 hebben wij ons gericht op maatschappelijk verantwoord inkopen in de ruimste zin van het woord. In 2017 is een Actieplan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) opgesteld met leidende principes en een MVI aanpak per kansrijke productgroep. De bedoeling is dat dit Actieplan begin 2018 wordt vastgesteld. Intussen hebben we niet stilgezeten bij het verder invulling geven aan MVI. Er is een flinke toename gerealiseerd op het gebied van circulair inkopen van 4 naar 13%. Daarnaast is het aantal aanbestedingen met het hoogste duurzaamheidsambitieniveau gestegen (van vier naar veertien opdrachten en van 6 miljoen euro naar 26 miljoen euro). Mooie voorbeelden van dergelijke projecten zijn: Realisatie van de Croeselaan als meest duurzame weg, levering van circulaire werkjassen, aanschaf van elektrische veegvuilauto’s en een opkoopregeling van fietsen waarbij alle fietsen en onderdelen worden hergebruikt of gerecycled.

Ook het inkopen bij sociaal ondernemers proberen we te stimuleren. Naast de al bestaande contractuele relatie met UW, zetten we in op het stimuleren van enkelvoudige onderhandse inkopen onder de 0,010 miljoen euro bij sociale ondernemers.

Naast de bestaande Marktpleinen voor inhuur en bomen is in 2017 ook een Marktplein voor SAP functioneel beheer ingericht. Daarmee proberen we voor relatief eenvoudige repeterende opdrachten het (lokale) MKB kansen te bieden voor het uitvoeren van een opdracht voor de gemeente. We zien een toename in het gebruik van de marktpleinen. In 2017 zijn 144 opdrachten geplaatst en 105 gegund. In 2016 waren dit nog 123 geplaatste opdrachten en 58 gegunde opdrachten. Bij een analyse van het marktplein voor bomen blijkt dat alle opdrachten daar gegund zijn aan een MKB ondernemer.
Ook voor startende ondernemers zijn kansen gecreëerd. Via challenges gaan zeven startups aan de slag met oplossingen voor maatschappelijk problemen.

Om de aansluiting met de stad te houden, willen we dat de samenstelling van ons personeelsbestand een spiegel zijn van de stad. Dat maakt het gemakkelijker voor anderen om met ons samen te werken en andersom. Langs verschillende lijnen hebben we daarom in 2017 gewerkt aan diversiteit en inclusie in onze organisatie. Zo is de arbeidsmarktcommunicatie vernieuwd, met daarbij oog voor het aantrekken van divers personeel. Het illustratiemateriaal op de internetpagina ‘Werken bij Utrecht’ toont nu de diversiteit in ons personeelsbestand en onderaan elke vacature vermelden we expliciet dat divers talent van harte wordt verwelkomd bij de Gemeente Utrecht. Ook gebruiken we nieuwe wervingskanalen en –methodieken om onze vacatures onder de aandacht te brengen van verschillende doelgroepen en maken we gebruik van de netwerken van onze bi-culturele collega’s.

De proef Anoniem solliciteren is in 2017 verlengd, afgerond en geëvalueerd. Het blijkt te leiden tot meer aandacht voor en bewustwording van (onbewuste) vooroordelen. Het blijkt echter geen effectief instrument te zijn om het aandeel bi-culturele collega’s in de hogere functieschalen te vergroten.
De werving van trainees laat zien dat het aannemen van personeel met divers-culturele achtergrond ook mogelijk is zonder anonimiteit in de eerste fase: in de twee huidige traineegroepen heeft 30, respectievelijk 40% van de trainees een bi-culturele achtergrond. Met het continueren van onze ambitie werken we aan een potentieel van bi-culturele talenten die de komende jaren kunnen en zullen doorstromen naar de hogere functieschalen.

Met het traineeprogramma (65 trainees in dienst) en de Jongerenpool (tien jongeren die hun eigen ‘bedrijf’ runnen binnen de organisatie) werken we succesvol aan de broodnodige verjonging van de organisatie. Ook buiten deze specifieke programma’s is er een aanzienlijke verjonging gaande: in 2017 was van alle nieuwe instroom (316 fte) 57% jonger dan 35 jaar. De gemiddelde leeftijd is gedaald van 47,7 jaar in 2015 naar 47 jaar in 2017.

In het kader van de Banenafspraak stellen we ons ten doel om per 1-1-2024 in totaal 125 banen gerealiseerd te hebben voor mensen met een arbeidsbeperking. Per 1 oktober 2017 zijn er 54 banen gerealiseerd.

Tenslotte hebben we het vraagstuk van de verdwijnende mbo-functies in beeld gebracht voor de organisatie, omdat we van mening zijn dat ook qua opleiding de organisatie divers moet blijven. In de onderdelen met veel mbo’ers staat dit nadrukkelijk op de agenda en wordt nu al, proactief, ingespeeld op de veranderende eisen aan het mbo-werk van de toekomst.

Innovatie
Het vermogen om te innoveren is van groot belang voor de gemeentelijke organisatie. Dat vraagt ruimte om te experimenteren, te leren, resultaten te boeken en deze vervolgens te kunnen borgen. Vooral innovatie met informatie biedt flinke kansen om de schaalsprong van de stad aan te kunnen. Hierin zijn de nodige verbeterslagen gemaakt. Er worden door het ambtelijk management aanbevelingen opgepakt naar aanleiding van zowel de masterclass ‘Innovatie met informatie’ als die van extern bureau Verhaert. Voorbeelden van aanbevelingen zijn: werk maken van leren, versterken portfoliomanagement en het verder professionaliseren van de innovatiefunctie. Dit om innovatie meer in het DNA van de gemeente te krijgen en concreet invulling te kunnen geven aan het uitvoeren van de strategische opgaven en organisatieonderdelen-overschrijdende innovaties. In dit kader is bij Concern Informatie & Proces Management (het CIO-office van de gemeente) eind 2017 een innovatieteam ingericht. Zij gaan de strategische opgaven van de stad ondersteunen bij het formuleren van de innovatieve trajecten.

Voor datagedreven sturing (DGS) is de zogeheten databrigade opgericht als interne samenwerking tussen Informatievoorziening en Onderzoek die DGS-vragen oplost. Daarnaast zijn de Utrechtse onderwijsinstellingen (HU, UU, ROC) via inzet van studenten en docenten gekoppeld aan DGS-vragen van Gemeente Utrecht. Gekeken is waar de innovatiefunctie van gemeente Utrecht geprofessionaliseerd kan worden. Via onder meer opleiding van projectmanagers is hiermee een begin gemaakt. Dit alles ging gepaard met professionalisering van de privacybescherming, die in 2017 met name werd gericht op de AVG, die in mei 2018 van kracht wordt. In 2017 hebben we de grens van 500 Open-datasets die als ambitie was gesteld doorbroken.

We hebben veel aandacht besteed aan het thema dienstverlening en de bredere slag om de gebruiker meer centraal te zetten in alles wat we op ICT-vlak doen. Enkele voorbeelden zijn de inzet van 'Digihelden' (medewerkers die op de werkvloer collega’s helpen bij concrete hulpvragen en verbeteropties aandragen in het gebruik van ICT middelen) en betrekken van gebruikers bij nieuwe (ICT-)ontwikkelingen. Ook vanuit andere programma’s zoals Utrecht Integraal Digitaal en vanuit het continu-verbeteren-team krijgt de burger/ondernemer en het gebruikersperspectief veel explicieter aandacht. De in gang gezette volgende professionaliseringslag binnen het ambtelijke informatie- en procesmanagement netwerk richt zich ook nadrukkelijk op het centraal stellen van de burger/ondernemer, de (interne) klant en de gebruiker van systemen.

Ambtenaar 3.0
We hebben álle kwaliteiten nodig die voorheen (in de tijden van bureaucratie) ook nodig waren, zoals betrouwbaarheid en legitimiteit. Maar ook kwaliteiten die voortvloeien uit de nieuwe opgaven, zoals kunnen samenwerken met inwoners en maatwerk kunnen bieden. We investeren gericht in de ontwikkeling van ons allemaal. De Visitatiecommissie Organisatieontwikkeling constateerde in 2016 dat leren in het werk een belangrijk element is in de ontwikkeling van de organisatie. Om het leren en ontwikkelen in de organisatie beter te richten is een concernbreed opleidingsplan ontwikkeld. De leergang Urban professional en het Management development programma maken hier deel van uit, maar er is bijvoorbeeld ook een heldere lijn uitgezet voor integraal adviseren.

In 2017 is er onder de medewerkers een nieuwe vorm van medewerkersonderzoek geweest. Met een veel kortere vragenlijst dan voorheen zijn de medewerkers bevraagd naar hun beleving van het werken in Utrecht. Het ging om onderwerpen als energie en bevlogenheid, werkdruk en ongewenste omgangsvormen. In totaal hebben 2.400 collega’s (58%) de vragenlijst van het vernieuwde medewerkersonderzoek ingevuld. In vergelijking met landelijke scores gaat het met de Utrechtse medewerkers gemiddeld goed, maar er zijn flinke verschillen per team en per individu. Er is een uitgebreid aanbod aan hulp bij gesprekken over de uitkomsten van het medewerkersonderzoek.

In 2017 hebben we te maken gehad met vier meldingen van vermoedelijke integriteitsschendingen. Het ging over twee vermoedens van het plegen van een strafbaar feit, een vermoeden van fraude en een vermoeden van misbruik/manipulatie van informatie. In drie gevallen zijn misstanden aangetoond. In twee gevallen is daarvoor aan medewerkers strafontslag verleend. In een geval is de misstand aangetoond maar bleek de dader geen medewerker van de gemeente. Een melding is nog in onderzoek.

Processen en systemen
Om ons soepel te organiseren rondom de opgaven en intern niet gehinderd te worden door remmende regels, knellende kaders en schurende systemen in de bedrijfsvoering, proberen we ze zo veel mogelijk belemmeringen te schrappen of te versimpelen. Voorbeelden hiervan zijn: verbetering van het Serviceportaal voor onze medewerkers, verhoogd gebruiksgemak van managementinformatie, vereenvoudiging van het inkoopproces voor kleine bedragen, versimpeling van de verlofregistratie, meer vrijheid in de systematiek van functioneren en ontwikkelen, minder procedures voor strategische personeelsplanning, meer eenvoud in het verzuimregistratiesysteem en minder bureaucratie.

Ook is aan de vereenvoudiging van het verrekenen van kosten binnen de organisatie een stevige impuls gegeven. Om de verrekening op basis van een afgesproken bedrag aan de voorkant zo eenvoudig mogelijk te laten verlopen is een geautomatiseerd systeem opgezet. Dit systeem wordt voor de hele organisatie beschikbaar gesteld. Vanaf januari 2018 wordt het stapsgewijs, per organisatieonderdeel, ingevoerd. We blijven daarnaast investeren in gedrag en bewustwording om administratieve lasten laag en eenvoudig te houden. Verder maakt Utrecht zich samen met enkele andere gemeenten sterk voor verdergaande modernisering en deregulering van de Cao gemeenten. De opbrengst van deze groep wordt door de VNG meegenomen in de onderhandelingen voor de gemeente-cao die in de jaren na 2020  gevoerd zullen worden; per 2020 zal de ongewijzigde inhoud van de CAR-UWO als Cao gelden. 

We innoveren de auditfunctie, door gebruik te maken van data, digitale technieken en een risicogerichte aanpak. Voor het digitaliseren van audits hebben diverse experimenten en pilots geleid tot concrete toepassingen als proces mining op het subsidie- en inkoopproces en geautomatiseerde controles in het personeelsproces. De vernieuwing en innovatie zullen versterkt worden door de tijdelijke extra middelen die in de VJN 2017 zijn toegekend. In 2017 is een plan opgesteld om deze ervaringen verder door te zetten in het digitaliseren van de controles in de grote uitgavenstromen van de gemeente. Daarnaast is de risicogerichte aanpak sterk verbeterd en uitgebreid naar de rechtmatigheid en zijn de nodige voorbereidingen getroffen om per (middel)groot organisatieonderdeel procesaudits uit te gaan voeren. Daarvoor is een automatiseringstool aangeschaft (Naris Audit) en wordt een opleiding verzorgd.

In 2017 is het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) vernieuwd. De wijzigingen hebben wij projectmatig verwerkt in onze administratie (rekeningschema, taakvelden etc.) Hiermee voldoet onze administratie weer aan alle regelgeving. Het systeem van de betaling van facturen is aangepast. Er wordt geen 30 dagen betalingstermijn meer aanhouden, maar het nieuwe systeem zorgt ervoor dat als een factuur is goedgekeurd voor betaling, deze in de eerstvolgende betaalbatch meegaat. Gemiddeld duurt dit 25 dagen, afhankelijk van juistheid van de factuur en de verplichtingenregistratie.
Met onze digitaliseringsaanpak zorgen we voor een verdere vereenvoudiging van processen, maar zorgen we ook voor aansluiting bij landelijke wet- en regelgeving en systemen. Daarbij borgen we de noodzakelijke aandacht en maatregelen voor bescherming van privacygevoelige informatie.
De digitalisering van onze organisatie hebben we in meerdere tranches verdeeld. Tranche één omvatte alle activiteiten die nodig waren om papierarm te verhuizen naar het Stadskantoor in 2014. Het resultaat van tranche twee hebben wij op 1-1-2017 bereikt door als eerste grote gemeente het vervangingsbesluit te nemen (digitale document is het enig geldende document). We hebben hiervoor een zaaksysteem ingevoerd, processen zaakgericht gemaakt, recordmanagers aangesteld, een auditmodel ontwikkeld voor digitale opslag van informatie en op verschillende aspecten kaders en beleid geformuleerd met betrekking tot informatiemanagement en archivering.

We zijn er echter nog niet. Het ambitieniveau is hoog gebleken in relatie tot het uitvoeringsniveau. We staan nu aan de vooravond van tranche drie; de volgende stap in het professionaliseren van zaakgericht werken. Waar de eerste twee tranches gericht waren op inrichting van systemen en organisatie, ligt de focus in tranche 3 op het verder klant- en gebruiksvriendelijk maken van onze systemen en processen, medewerkers beter ondersteunen bij en toerusten voor digitaal werken en digitale dienstverlening verder invoeren. Concrete aspecten die in deze tranche aan bod komen zijn: opschonen van oude systemen, metadatering aan de bron en verbeteren van de digitale terugvindbaarheid, werkprocessen optimaal digitaal en klantgericht maken, opleiden van medewerkers, onder andere met behulp van de digihelden, professionaliseren informatiebeheer en het oppakken van auditbevindingen van onze toezichthouder vanuit ‘Het Utrechtse Archief'. Dit is een omvangrijk en taai traject waar nog veel werk gedurende meerdere jaren in verzet dient te gaan worden.

Er is een landelijk generieke digitale infrastructuur (GDI) voor de overheid gerealiseerd die de komende jaren verder uitgebouwd gaat worden. Hiertoe is een concept wet in de maak. Overheidsinformatie, Mijn Overheid en privacy krijgen steeds meer één landelijke aanpak. Utrecht maakt gebruik van landelijke voorzieningen zoals de basisregistratie en DigID. En we gaan op termijn steeds meer landelijke voorzieningen gebruiken, zoals de berichtenbox, bedoeld om burger op een centrale plek te informeren over de voortgang van lopende aanvragen bij rijks-, provinciale en gemeentelijke instanties. Utrecht draagt actief bij aan verder samen organiseren binnen de VNG.

Borging van de continuïteit en kwaliteit van de ICT-infrastructuur is en blijft belangrijk. Ten behoeve van de zich snel ontwikkelende digitale dienstverlening en bedrijfsvoering maar ook de facilitering van innovaties. Er is gekozen meer aan te sluiten bij landelijke samenwerking (onder andere GGI, inkoop) en deze continuïteit en kwaliteit de komende jaren te adresseren langs de lijn van (co)sourcingstrategieën, versterken van de interne demand/supply organisatie als ook verder professionaliseren van leveranciersmanagement. Daarbij worden waar mogelijk ook gestandaardiseerde producten uit de markt ingezet.

Voor de borging van gegevensbescherming (Privacy en Informatiebeveiliging) zijn in 2017 bij de organisatie-eenheden aanspreekpunten aangesteld in de functie van decentrale information security officer (DISO). Vanaf 1 januari 2016 is de 'meldplicht datalekken' actief. In 2017 zijn er via de meldingsprocedure 42 zaken als datalek aangemerkt. Na beoordeling van de feiten op basis van de criteria van de Autoriteit Persoonsgegevens zijn er achttien meldingen van een datalek gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens. In het register datalekken zijn deze op de website van de gemeente Utrecht gepubliceerd. (onderaan de pagina www.utrecht.nl/bestuur-en-organisatie/privacy/privacymelding/)
Wijzigingen in onze gegevensverwerkingen verlopen conform de Utrechtse Privacyverordening. Een Privacy Impact Assessment is nu standaard opgenomen bij nieuwe verwerkingen en wijziging van bestaande verwerkingen. Verder is er een register van verwerkingen van persoonsgegevens in opbouw. Dit register wordt medio 2018 openbaar gepubliceerd.
Ter uitwerking van de Privacyverordening van de gemeente Utrecht en de toezeggingen die in dat kader zijn gedaan is er een register gebouwd waarin alle camera's van de gemeente Utrecht zijn opgenomen. Dit zijn camera's voor de openbare orde, maar ook camera's voor bijvoorbeeld de handhaving van de milieuzone of verkeerstellingen. Ook zijn in dit register camera's van ondernemers in de stad opgenomen. Dit zijn camera's die vallen onder een convenant dat met acht bedrijventerreinen is gesloten of die zijn gemeld bij de gemeente.
Daarnaast is een proces ingericht om ondernemers camerabewaking te laten melden wanneer er (mede) beelden van de openbare ruimte worden opgenomen. Dit proces wordt definitief vormgegeven in Q1 van 2018, wanneer verschillende brancheverenigingen geattendeerd zullen worden op de meldplicht camerabewaking.
Ook wisselen we kennis en ervaring uit met andere organisaties, zowel met ander gemeenten als met andere organisaties zoals bijvoorbeeld de G4, VNG Realisatie, het Centrum voor Informatiebeveiliging en Privacybescherming (CIP).

Volgens de nieuwe verantwoordingseisen is eind 2017 een zelfevaluatie uitgevoerd waaruit blijkt dat we voor een groot deel voldoen aan de Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten (BIG).
Door uitloop van projecten en capaciteitsknelpunten bij de organisatieonderdelen zijn niet alle normen gehaald, en is de nadruk gelegd op de kritische normen. De capaciteit is met externe inhuur en inzet van trainees ingevuld. Een aantal algemene BIG-normen vergen nog extra aandacht en uitwerking. Denk hierbij aan een onderwerp als Bedrijfscontinuïteit. In 2018 krijgt dit onderwerp de hoge prioriteit om verder af te maken, ook al omdat we hiermee een belangrijke en forse stap zetten richting voldoen aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Voor het overige is er goede voortgang op de AVG en waar nodig wordt extra sturing ingezet om te zorgen dat we per mei 2018 voldoen, zoals vereist.

Doelstellingen bedrijfsvoering

Indicator

Doelstelling 2017

Resultaat 2017

Personeel

Mobiliteit

Doel: 10%

Resultaat 2017: 20%. De interne mobiliteit, hiermee bedoelen we overplaatsingen, komt uit op 9%, wat betekent dat 361 medewerkers gewisseld zijn van baan binnen onze organisatie. Aanvullend hierop zijn er 97 medewerkers gedetacheerd in 2017. Mobiliteit = instroom (8,5%) + doorstroom (8,9%) + int/extern detacheringen (2,3%) = 19,7% van het totaal aantal medewerkers.

Stages

Doel: minimaal 250 reguliere stageplaatsen.

Resultaat: 349 reguliere stageplaatsen. Stagiairs brengen een binding met het onderwijs en zo blijft de organisatie ook op deze wijze op de hoogte van vernieuwingen in actuele kennis en ontwikkelingen. Door stageplaatsen aan te bieden beïnvloeden we bovendien ons imago als werkgever onder jongeren in positieve zin. De meeste stagiairs hebben een HBO/ WO of een MBO achtergrond: MBO: 37%; HBO 37%, WO 20%, 6% overige, vooral middelbare scholieren.

Verzuim

Doel: 5,7%

Resultaat: 5,4%. Verzuim is in 2017 met 1,1% gedaald ten opzichte van 2016, deze forse daling is toe te schrijven aan de aandacht die door de organisatie is besteed aan duurzame inzetbaarheid. De gekozen strategie van een andere benadering van ziekte waarbij het goede gesprek centraal staat, werpt zijn vruchten af. Dit heeft ertoe geleid dat zowel het kortdurende als middel- en langdurig verzuim organisatie breed is teruggedrongen in 2017.

Wettelijk verplichte (BBV) indicatoren:

  • Formatie

Fte per 1.000 inwoners (eigen gegevens)

Waarde 2017: 11,01 fte (2016: 10,76 fte)

  • Bezetting

Fte per 1.000 inwoners (eigen gegevens)

Waarde 2017: 10,61 fte (2016: 10,43 fte)

  • Apparaatskosten

Kosten per inwoner (eigen begroting)

Waarde 2017: 762 euro (2016: 775 euro)

  • Inhuur externen

Doel: maximaal 48 miljoen euro

Resultaat 36,8 miljoen euro. De externe inhuur is in 2017 onder het gestelde plafond van 48 miljoen gebleven. Een daling ten opzichte van 2016 van 1 miljoen euro.

Wettelijk verplichte (BBV) indicatoren:

  • Externe inhuur

Doel: 16,32%

Resultaat: 12,2%. Kosten als % van de totale loonsom + totale kosten inhuur externen (eigen begroting)

  • Overhead

% van totale lasten (eigen begroting)

11,11% (2016: 10,06%)

Financiën

Adequaat budgetbeheer

Maximaal 3% afwijking van de kosten per programma tussen het geprognotiseerd resultaat (geraamd resultaat) bij de laatste Berap en de verantwoording.

De afwijking voor alle programma’s samen is 2,97% (43,0 miljoen euro). Van de 43,0 miljoen euro is 9,5 miljoen euro al in de Berap gemeld. Zeven van de zeventien programma’s hebben een afwijking die groter is dan 3%.

IPM

Continuïteit en beschikbaarheid van ICT-systemen

Doel Beschikbaarheid: basisinfrastructuur voor 99% beschikbaar met uitzondering van vooraf geplande werkzaamheden.

Beschikbaarheid: in 2017 was de basisinfrastructuur voor 98,2% beschikbaar. Er hebben twee netwerkstoringen van een dagdeel voorgedaan.

Doel Continuïteit: 100% van bedrijfs-kritische systemen

Continuïteit: de bedrijfs-kritische systemen waren 24/7 beschikbaar voor gebruik met uitzondering van genoemde verstoringen.

Open data

We gaan meer datasets publiceren hierbij zoeken we de samenwerking op met andere organisaties zodat meer informatie gemakkelijker beschikbaar komt en zoveel mogelijk mensen en organisaties hiervan kunnen profiteren. Doel: 500 datasets beschikbaar op het open data platform, dataplatform.nl.

Resultaat: Gehaald; >500 datasets beschikbaar

Juridische zaken

Zorgvuldige Juridische procedure

In elke juridische procedure (bezwaar, beroep, hoger beroep) geldt dat maximaal 20% gegrond wordt verklaard.

Resultaat: Het aantal gegrondverklaringen komt uit op 11%.

Verminderen beroepzaken

Tegen alle afgeronde bezwaarzaken wordt in maximaal 15% van de gevallen beroep aangetekend.

Resultaat: Het aantal zaken waarin beroep is aangetekend is 18%. De stijging van het aantal beroepszaken is mogelijk te verklaren door: een handhavingsproject over vermogen in het buitenland waar 100% van bezwaarmakers vervolgstap naar beroep heeft gemaakt. Er stond veel op het spel. Ook binnen het terrein van het omgevingsrecht en openbare orde zijn er enkele appellanten actief die in 100% van de zaken in beroep gaan. Zij procederen altijd door tot de rechter.

Afhandelen klachten

Van alle ontvangen klachten, gaan jaarlijks maximaal 10% van de klagers naar de Nationale Ombudsman.

Resultaat: in 2017 zijn vier klagers in tweede instanties naar de NO gestapt. In totaal waren er 1.514 klachten. Dat is 0,3%.

Inkoop

Naleving inkoopregels

Doel: achttien van de twintig onderzochte inkooptrajecten kennen geen onrechtmatigheid.

Resultaat: in 2017 is van twaalf facturen het gehele inkoopproces van aanbesteding tot en met betaling gecontroleerd. Hierbij zijn geen bijzonderheden geconstateerd ten aanzien van de naleving van de aanbestedingsregels. Daarnaast hebben we een uitgebreide spendanalyse gedaan van 138 crediteuren. Bij 6 van deze crediteuren is geconstateerd dat een contract is verlengd buiten de mogelijkheden die daarvoor in het contract werden geboden. Daarmee zijn de uitgaven onder het betreffende contract niet rechtmatig. Dit heeft impact op de strekking van de controleverklaring ten aanzien van de rechtmatigheid. Acties voor herstel en ter verdere voorkoming zijn opgenomen in het transitieplan inkoop dat in 2018 start.

Plaatsingen Social return on Investment

Doel: 800 plaatsingen en 100.000 euro omzet bij sociale ondernemers

Resultaat: in vrijwel alle aanbestedingen waarbij tactisch inkoopadviseurs zijn betrokken is minimaal 5% social return van de gecontracteerde waarde afgesproken. Informatie over het aantal plaatsingen in 2017 is niet beschikbaar omdat het systeem waarin dit werd vastgelegd niet voldoet aan de privacywetgeving (AVG).

Circulair inkopen

Doel: 5% van het aanbestedingsvolume is circulair.

Resultaat: 13% van het aanbestedingsvolume (betreft de aanbestedingen waarbij de tactische inkoopadviseurs zijn betrokken) is circulair. (realisatie 2016: 4%)

Duurzaam inkopen

Ambitieniveau 1: basis: wettelijke/landelijke minimumeisen opgenomen;

Resultaat Niveau 1: 24 opdrachten, volume van 23 miljoen euro.

Ambitieniveau 2: redelijk: de milieucriteria hebben een onderscheidend vermogen;

Resultaat Niveau 2: twaalf opdrachten, volume van 37 miljoen euro.

Ambitieniveau 3: vooruitstrevend: oplossing voegt ook waarde toe aan omgeving.

Resultaat Niveau 3: veertien opdrachten, volume van 26 miljoen euro.