Doelstelling 1
Subdoelstelling
DoelstellingKinderen in de stad groeien gezond en veilig op en kunnen zich daarbij maximaal ontwikkelen en ontplooien
SubdoelstellingKinderen in de stad groeien gezond en veilig op en kunnen zich daarbij maximaal ontwikkelen en ontplooien
De zelfredzaamheid van ouder/opvoeders en kinderen wordt versterkt
Gewoon Opvoeden is het domein van alle ouders, kinderen, formele en informele organisaties die in het dagelijks leven een bijdrage leveren aan de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. We weten dat opgroeien en opvoeden altijd gepaard gaat met kleine vragen en uitdagingen. Door te investeren in wat we noemen ‘spoor 1’, het gewone opgroeien, versterken we de veerkracht van gezinnen. Op deze manier ondersteunen we hen om de uitdagingen van alle dag zelf, al dan niet ondersteund door het eigen netwerk, aan te gaan.
De doelstelling om basisvoorzieningen zo optimaal toegankelijk te maken ook voor kwetsbare gezinnen en kinderen met een beperkingen hebben we in 2017 bereikt door het ondersteunen van initiatieven als de Pilot BSO+ of de inzet van een sportpedagoog. De doelstelling voor het creëren van sterke sociale basis kan de gemeente niet alleen waarmaken, maar hebben we samen met onze maatschappelijke partners invulling gegeven. Hierbij ging het om samenwerkingen intern met de Jeugdgezondheidszorg (JGZ), Onderwijs en Werk en Inkomen maar ook met externe partners zoals kinderopvang, voor- en vroegschoolse educatie (VVE), informele zorg, jongerenwerk, sociaal makelaars, speeltuinverenigingen en sportverenigingen. Daarnaast hebben we in 2017 ingezet op de samenwerking met ouders door investering in de wijkacademies. Waar mogelijk is aangesloten bij bestaande initiatieven en ontwikkelingen in de wijk. We stimuleerden de samenwerking tussen partners in de wijk om de bestaande initiatieven met elkaar te verbinden en de basis op die manier te blijven versterken. Bovenstaande doelstellingen dragen eveneens bij aan de beweging naar de voorkant en voorkomt een onnodig beroep op zwaardere zorg waar mogelijk. Tegelijkertijd zien we dat in 2017 de kosten voor de baten uit gaan. De investeringen in de sociale basis vertalen zich nog niet altijd direct uit in een besparing. Een proces dat goed gemonitord en gevolgd wordt.
Gezinnen die dat (tijdelijk) nodig hebben worden ondersteund
We vragen onze partners bij het bieden van ondersteuning of zorg te doen wat nodig is. Ook in 2017 hadden we de doelstelling om zo snel als nodig passende zorg te organiseren voor kinderen en gezinnen die (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben. De buurtteams vervulden hierin een sleutelrol. Zij bieden de generalistische basiszorg in de stad en betrekken aanvullende zorg waar nodig. In 2017 was net als in voorgaande jaren de vraag naar de inzet van het buurtteam hoog. In 2017 is extra geïnvesteerd in de samenwerking in de wijk tussen bijvoorbeeld de jeugdgezondheidzorg, sociaal makelaars, jongerenwerk en buurtteams. Daarnaast is extra geïnvesteerd in de buurtteams om de toegankelijkheid van de zorg te waarborgen. Door het verbeteren van werkprocessen bij de buurtteams is het streven om binnen vijf dagen het kennismakingsgesprek te voeren. Bij dit kennismakingsgesprek sloot steeds vaker een andere professional aan om op deze manier snel zicht te krijgen op de vraag van het gezin en goede toeleiding naar passende zorg mogelijk te maken. Het buurtteam kon deze doelstelling echter niet alleen waarmaken en blijft hierbij de signalerende functie nodig hebben van partners in het Gewoon Opgroeien.
De doelstelling om binnen vijf werkdagen een kennismakingsgesprek te voeren bleek in de praktijk voor het buurtteam niet altijd haalbaar, al was de gemiddelde wachttijd in 2017 (10,7 werkdagen) korter ten opzichte van 2016 (met een gemiddelde wachttijd van veertien
dagen). Belangrijk om hierbij te vermelden is dat niet alle mensen die een beroep doen op een buurtteam binnen vijf dagen een afspraak voor een kennismakingsgesprek willen of kunnen maken. Via het City Deal overleg en Ondiep Ontregelt is in 2017 ervaring opgedaan met
de inzet van onconventionele maatwerkoplossingen om gezinnen zo goed mogelijk te helpen. Deze aanpak is het afgelopen jaar geëvalueerd en bewezen succesvol bevonden door alle betrokken partijen.
Zorg voor Jeugd sluit goed aan bij de vraag van de gebruiker, is snel beschikbaar en eenvoudig en efficiënt georganiseerd
In de herinrichting van het Utrechts zorglandschap stond ook in 2017 de transformatie, de inhoudelijke vernieuwing, centraal. Ook in 2017 beoogden we hierbij hulp aan jongeren en gezinnen:
- die aansloot bij het gewone opgroeien, zodat kinderen/jongeren die wat extra’s nodig hebben ook gewoon gebruik kunnen blijven maken van voorzieningen uit de sociale basis;
- waarbij gezinnen, indien nodig, efficiënt ondersteund worden bij het oplossen van praktische problemen in het gewone leven zodat verdere escalatie en inzet van zorg worden voorkomen;
- die beter aansluit bij het dagelijks leven en het werken in de buurten van de Buurtteams.
- waarbij de aanvullende jeugdhulp het werken in de Buurtteams verrijkten door bijvoorbeeld consultatie of kortdurende maatwerk oplossingen ter ondersteuning van het buurtteam. Hierdoor is doorverwijzing naar aanvullende zorg niet nodig.
- waar kinderen zo lang mogelijk, met eventueel intensieve zorg, in hun eigen omgeving kunnen
- opgroeien. Als jeugdhulp met verblijf toch nodig is, zetten we er op in dat deze zoveel mogelijk aansluit bij vormen van verblijf die lijken op ‘het gewone leven’.
Het afgelopen jaar is met de pilot Extr@Utrecht in de praktijk ervaring opgedaan met een vernieuwende vorm van buurtgerichte specialistische jeugdhulp. Daarnaast is in het woonproject ‘Place2Bu’ in Leidsche Rijn een start gemaakt met een vernieuwende vorm van betaalbaar wonen, waar jongvolwassenen in een kwetsbare positie met passende begeleiding zelfstandig kunnen wonen.
In de transformatie van zorg voor jeugdigen stond ook het afgelopen jaar centraal dat professionals de ruimte krijgen om te doen wat nodig is. De nadruk in de verantwoording ligt hierbij, naast kwaliteit en beschikbaarheid van zorg, op leren en ontwikkelen. Door onze taakgerichte ‘vierkantsbekostiging’ kiezen we hierbij voor bekostigingssystematiek met lage administratieve lasten voor zorgaanbieders
Effectindicator | Nulmeting | Doelstelling 2016 | Realisatie 2016 | Doelstelling 2017 | Realisatie 2017 | Doelstelling 2018 | Toelichting & details | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
E1 | Percentage ouders dat aangeeft weinig tot geen problemen te hebben met opvoeden | 2015 | n.v.t | 90% | 90% | 88% | 90% | |||||||
|
||||||||||||||
E4 | Percentage gezinnen/jongeren dat aangeeft zich door hulp of ondersteuning beter te kunnen redden | 2016 | - | 87% | 78% | 76% | 78% | |||||||
|
Basisvoorzieningen zijn georganiseerd en initiatieven worden ondersteund
De sociale basis omvat alle formele en informele organisaties die in het dagelijks leven een bijdrage leveren aan het opgroeien van kinderen. Ook in 2017 blijven behoeften van kinderen en ouders aan verandering onderhevig, daarnaast verschillen deze behoeften per buurt. Door in gesprek te zijn met ouders, kinderen en partners in de buurt lukte het ons om flexibel in te spelen op deze behoeften. Tijdens een Diner Pensant hebben we gezamenlijk verkend waar en op welke manier we de sociale basis kunnen versterken. Uit dit Diner Pensant hebben we verschillende ontwikkellijnen kunnen onderscheiden:
- Iedereen doet mee,
- Samen leven, samen opgroeien, in de buurt en
- Ondersteuning dichtbij. Het afgelopen jaar hebben we onze inzet en investeringen gericht op de hiervoor genoemde drie ontwikkellijnen:
1. Iedereen doet mee
We werken aan een stad waarin alle kinderen kunnen meedoen en optimale kansen krijgen om zich te ontwikkelen. Dit doen we door reguliere voorzieningen zo veel mogelijk toegankelijk te maken voor alle kinderen. Ook voor de kinderen die iets extra’s nodig hebben, bijvoorbeeld als gevolg van het hebben van een beperking en/of psychische- of gedragsproblematiek. In 2017 hebben we geïnvesteerd in verschillende initiatieven die dit mogelijk maken. Zo hebben we geïnvesteerd in de puberacademie een pilot voor LvB-jongeren waar onderwerpen als vriendschap, seksualiteit, geld, ouders, gamen en vrijetijdsbesteding worden besproken met jonge ervaringsdeskundigen. Een ander concreet voorbeeld van een investering in 2017 is de voortzetting van de Pilot BSO+.
De BSO+ biedt kinderen met een ondersteuningsvraag de mogelijkheid deel te nemen aan reguliere buitenschoolse opvang (BSO). Deze pilot is in 2016 gestart, het afgelopen jaar is de voortgang gemonitord en resultaten geëvalueerd. We hebben geconstateerd dat de BSO+ aansluit bij de doelstellingen van het gewoon opgroeien. In 2017 zijn er verschillende gesprekken gevoerd met BSO aanbieders om te kijken naar de vormgeving en uitbreiding van de pilot in aankomend jaar.
In samenwerking met het programma Sport is ingezet op het versterken van het pedagogisch klimaat bij sportverenigingen door de inzet van pedagogische sportondersteuning. Het project ‘Sportpedagoog’ is gestart met het coachen van trainers/jeugdleiders en combinatiefunctionarissen zodat zij beter in staat zijn kinderen met een grotere ondersteuningsbehoefte te begeleiden. In Leidsche Rijn leren jongeren onder begeleiding van een sportcoach zelf evenementen te organiseren voor andere jongeren in de wijk.
2. Samen leven, samen opgroeien, in de buurt
Opvoeden en opgroeien gebeurt niet alleen in het gezin. Ouders hebben vaak behoefte aan contact met andere ouders om opvoedervaringen en –tips uit te wisselen. Het helpt om de eigen ervaringen in perspectief te plaatsen als die worden afgezet tegen de ervaringen van een ander. De thema’s waarover ouders vragen hebben, de vorm waarin ze elkaar gemakkelijk ontmoeten en de frequentie waarin dat gebeurt, verschilt per buurt. Partijen die in de haarvaten van een buurt werken, zoals de JGZ, het onderwijs, de huisarts, de sociaal makelaar en het buurtteam hebben vaak goed zicht op wat in dit kader in een bepaalde periode in een buurt nodig is. In 2017 is het initiatief genomen om als kernpartners rond jeugd intensiever de samenwerking met elkaar aan te gaan in de wijk en activiteiten in te zetten ten behoeve van de wijk.
De aanpak Vreedzame wijk biedt al jaren een belangrijk anker als het gaat om gezamenlijk vanuit positieve benadering de samenwerking met elkaar aan te gaan. In 2017 hebben met het project 'Vreedzame Wijk 2.0' onderzocht hoe we ouders en bewoners kunnen betrekken bij De Vreedzame Wijk en het opvoedklimaat in school en in de wijk. Dit om de (democratische) burgerschapsvorming van kinderen te versterken én om daarmee een 'beschermende schil' te creëren om kinderen en jongeren heen.
In de wijkacademies opvoeden gaan ouders in gesprek en aan de slag om elkaar te versterken. We zijn in drie wijken (Hoograven, Leidse Rijn en Kanaleneiland) gestart met wijkacademies voor ouders. In deze wijkacademies (ondersteund door universiteit Utrecht) leren ouders hoe ze andere ouders kunnen betrekken en met elkaar aan de slag kunnen met vragen, signalen en ideeën voor de wijk. Professionals zijn getraind in de methodiek, per wijk is een kerngroep van ouders gevormd en zij hebben de eerste positieve ervaringen opgedaan. Inmiddels is vanuit een andere wijk in Utrecht belangstelling getoond om hiermee ook aan de slag te gaan.
Een belangrijke plek waar ouders elkaar ontmoeten en kinderen met elkaar kunnen spelen zijn de speeltuinen. In 2017 is samen met bewoners en de wijk het beleidskader voor beheerde speeltuinen ‘Speelruimte maken we samen’ ontwikkeld en vervolgens in september vastgesteld. Behalve een impuls voor de kwaliteit van speeltuinen bestaat nu ook, daar waar draagvlak is en voldaan wordt aan kwaliteitscriteria als bewoners het initiatief te nemen, om een speeltuin in zelfbeheer te nemen. Vanaf 2018 worden zes speeltuinen beheerd door een (bewoners)initiatief, twee speeltuinen door Utrecht Natuurlijk en de overige dertien speeltuinen blijven dit jaar nog onder beheer van de Sociaal Makelorganisaties. Er is een netwerk ontstaan tussen de 21 speeltuinen, waarin zij kennis uitwisselen en elkaar blijven inspireren.
Sociaal makelaars leveren een belangrijke bijdrage aan levendige en leefbare buurten door initiatieven te ondersteunen en te verbinden. Daar waar kinderen niet vanzelfsprekend mee kunnen doen vervullen zij belangrijke ‘brug’ functie om deelname aan activiteiten en ontmoeting te stimuleren. In 2017 is samen met partners gestart met voorbereiden uitvraag sociaal makelen om zo te komen tot een nog betere ondersteuning van bewoners.
Vanuit de JGZ wordt al geïnvesteerd om, daar waar nodig en aansluitend bij initiatieven uit de buurt, te investeren in ontmoeting en leren van elkaar. In 2017 is geïnvesteerd in bijeenkomsten en is er aangehaakt bij andere initiatieven zoals bijvoorbeeld de moederbijeenkomsten van Oumnia Works en bijeenkomsten voor vader vanuit Utrecht zijn we samen.
Het jongerenwerk heeft in 2017 voortgebouwd op de ingeslagen weg en werkwijze waarmee de stevige positie van het jongerenwerk binnen het Gewoon Opgroeien is geborgd. Het jongerenwerk biedt een omgeving die jongeren stimuleert om activiteiten te ontplooien, hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Doelstelling van het jongerenwerk zijn onder andere; stimuleren van participatie en het versterken van individuele én sociale ontwikkeling. Voor de prestatiedoelstelling ‘uitvoeren van de aanpak jeugdgroepen’ is de inzet van het jongerenwerk een belangrijke pijler. De focus voor het jongerenwerk lag het afgelopen jaar op borgen van de doorgaande lijn. Denk hierbij aan de doorgaande lijn van de vreedzame werkwijze maar ook aan de samenwerking tussen partners in het gewoon opgroeien welke verder versterkt door afspraken te maken over de inzet op wijkniveau. In 2017 zijn we eveneens gestart met het supportersproject bij FC Utrecht. Met dit project wordt de verbinding tussen de bijzondere vindplaats bij de club FC Utrecht en de wijken versterkt. Ook in 2017 is met de investering van de versnellingsgelden Overvecht de inzet van het jongerenwerk ten behoeve van een zwaardere doelgroep mogelijk gemaakt. Daarnaast hebben we in 2017 geconstateerd dat er een toenemende vraag is naar de inzet van het jongerenwerk, door onder andere de groei van de stad. In 2017 lukte het, het jongerenwerk, om hieraan te voldoen door prioriteiten te stellen en te schuiven met inzet waar nodig. We hebben gezamenlijk geconstateerd dat uitbreiding van de capaciteit van het jongerenwerk nodig is.
3. Ondersteuning dichtbij
Opgroeien gaat soms gepaard met kleine of grotere uitdagingen en vragen. Veel gezinnen hebben voldoende veerkracht om deze vraagstukken zelf op te lossen, soms zijn de draagkracht en draaglast van een gezin langdurig uit balans. Bijvoorbeeld door de zorg voor een kind met een beperking, financiële problemen of een psychische stoornis of verstandelijke beperking bij ouders. In dit soort situaties bieden we gezinnen de ondersteuning die zij nodig hebben om hen in staat te stellen om te gaan met het probleem en uitdagingen waarvoor zij staan. Ook in 2017 hebben we geïnvesteerd in verschillende vormen van informele hulp, zoals steungezinnen, thuisbegeleiding en ondersteuning voor lotgenoten en mantelzorg. Sommige ouders zijn als gevolg van een psychische stoornis of een verstandelijke beperking langdurig aangewezen op ondersteuning bij het voeren van hun huishouden. Thuisbegeleiding wordt in deze gevallen door het buurtteam ingezet om gezinnen te begeleiden bij het aanbrengen van structuur in de dag en het op orde krijgen van het huis. Naast de inzet van thuisbegeleiding zetten de buurtteams steungezinnen in. We blijven aandacht houden voor een voldoende aanbod van steungezinnen in Utrecht om een goede match te kunnen maken tussen steun en vraaggezin. Naar schatting groeien 12.500 Utrechtse kinderen op in een zorgintensief gezin. We vinden het belangrijk dat er voldoende aandacht is voor deze jonge mantelzorgers of de kinderen die opgroeien in deze zorgintensieve gezinnen. Om kinderen uit deze gezinnen te ondersteunen investeerden we in 2017 in: Lotgenoten programma ‘Hoe is het eigenlijk met jou’, Daarnaast lanceerden we in december de website (jonge) Mantelzorg Utrecht met informatie voor mantelzorgers in Utrecht.
Een stedelijk dekkend, goed functionerend netwerk van buurtteams Jeugd en Gezin
Net als in de eerste twee jaar was de vraag naar de inzet van de buurtteams Jeugd en Gezin ook in 2017 onverminderd hoog. Partners en gezinnen weten de buurtteams goed te vinden, maar er ontstonden ook wachtlijsten omdat buurtteams de gevraagde ondersteuning niet altijd op korte termijn konden leveren. Deels is de vraag van sommige gezinnen bovendien langdurig van aard.
Om deze ontwikkeling te keren zijn er nieuwe afspraken met Lokalis gemaakt. Naast extra middelen om meer gezinswerkers aan te trekken (circa 25 fte) is er goed gekeken naar werkprocessen, samenwerking met de verschillende partners en het versterken van de generalistische basiszorg.
Zo is met sociaal makelaars gekeken naar een gezamenlijke bemensing van voordeuren in een aantal wijken waardoor een deel van de vragen van inwoners direct opgepakt kon worden door een sociaal makelaar of anderen. Een ander voorbeeld is de inzet om samen met de JGZ na te gaan of er mogelijkheden zijn om groepsaanbod te realiseren voor ouders met opvoedvragen. Verder hebben alle buurtteams de in hun ogen belangrijkste thema’s voor gezinnen geprioriteerd en, bij wijktafels of andere ontmoetingen, gedeeld met de partners in hun buurt. Werkprocessen zijn verbeterd door wachtlijsten te screenen op mogelijkheden om vragen, of onderdelen van vragen, bij een andere partij onder te brengen. In geval van een financieel vraagstuk kan het goed zijn om eerst de administratie op orde te brengen samen met medewerkers van U-Centraal (informatie en advies) vóór er hulp geboden wordt door het buurtteam. Ook heeft het buurtteam niet langer een rol in de toewijzing van dyslexie zorg. Dit is overgenomen door de backoffice van de gemeente.
De generalistische basiszorg is in 2017 inhoudelijk versterkt met de uitvoering van de ambulante crisiszorg door de buurtteams. Daarnaast is afgesproken dat een gezin binnen vijf dagen een kennismakingsgesprek heeft en altijd een goed gezinsplan heeft. In de praktijk bleek in 2017 dat de tijd tussen een melding bij het buurtteam en de start van het contact gemiddeld 10,7 werkdagen bedroeg. Dat is hoger dan onze ambitie (van vijf werkdagen) en tegelijkertijd lager dan de gerealiseerde gemiddelde wachttijd (van veertien dagen) over 2017. De snelheid waarmee het buurtteams lukt met hulp te starten, was het afgelopen jaar met regelmaat onderwerp van gesprek in accountgesprekken met het Buurtteam Jeugd en Gezin. Hierbij hebben we onze ambitie dat binnen 5 dagen na melding een kennismakingsgesprek met een buurtteam plaatsvindt diverse keren bij het buurtteam onder de aandacht gebracht.
Inwoners uit Utrecht waarderen de hulpverlening door de buurtteams jeugd en gezin gemiddeld met een 8,1. Dit is hoger dan het voorgaande jaar (7,9) en hoger dan onze doelstelling (van een gemiddeld cijfer van 7,4 over 2017). Het is een positief gegeven dat de buurtteams er in slagen om, ondanks de hoge werkdruk, cliënten goed en naar tevredenheid te ondersteunen en daarbij de kwaliteit van geboden hulp centraal te stellen. Het percentage door het buurtteam beëindigde trajecten over 2017 bedroeg 76%. Dit is vrijwel conform onze ambitie van 77%.
Passende aanvullende zorg voor gezinnen die dat nodig hebben
In 2017 hebben we meer inhoud gegeven aan de uitgangspunten jeugdhulp met verblijf, die we in 2016 in samenspraak met cliënten, zorgaanbieders en andere belanghebbenden hebben vastgesteld. Zo hebben we het afgelopen jaar ingezet op de doorgaande zorglijn tot aan zelfstandigheid. Hierbij is extra aandacht besteed aan de leeftijdscategorie 16-23 jaar. Het uitgangspunt is dat wanneer het voor een jongere binnen de jeugdzorg met verblijf niet haalbaar is om op zijn of haar achttiende uit te stromen naar andere vormen van wonen, we ervoor zorgen dat hij of zij op dezelfde plek kan blijven wonen en dat hierbij de passende ondersteuning wordt georganiseerd die nodig is.
Het afgelopen jaar is – met inzet vanuit het programma Jeugd en Maatschappelijke Ondersteuning/WMO - gestart met een inventarisatie en verdieping om de knelpunten die spelen rond verblijf, huisvesting en het organiseren van een soepele overgang voor jongeren die 18 worden scherper in beeld te krijgen. Dit met als doel leniger tot passende oplossingen te komen en passend aanbod van verblijf voor jongeren in een kwetsbare positie te realiseren. De opbrengst van zojuist genoemde verdieping wordt benut voor de voorbereiding van de uitvraag aanvullende zorg 2020.
Om de uitstroom van kwetsbare jongvolwassenen uit een Jeugdhulp met Verblijf setting aan te jagen is het afgelopen jaar het woonproject Place2BU in Leidsche Rijn gerealiseerd, waar een tiental (extra) betaalbare kamers met ambulante begeleiding op maat beschikbaar zijn. Hiermee is een start gemaakt met een buurtgerichte, nieuwe vorm van Jeugdhulp met Verblijf in de wijk. Daarnaast heeft het huisvestings- en kamervraagstuk voor kwetsbare jongvolwassenen een plek gekregen in de nieuwe prestatieafspraken met Utrechtse woningcorporaties. Op basis van een in mei - onder jeugdhulpaanbieders – geïnventariseerde woningbehoefte, is de afspraak gemaakt dat woningcorporaties in 2018 75 extra, betaalbare woonplekken voor jongeren in een kwetsbare positie beschikbaar stellen. Er is eind 2017 een tijdelijke aanjager uitstroom jongvolwassenen in een kwetsbare positie gestart, om de uitstroom van jongeren naar (meer) zelfstandige en betaalbare woonruimte aan te jagen, om actueel vraag en aanbod in beeld te brengen en om met aanbieders en buurtteams tot passende begeleidingsafspraken te komen.
Passende uitvoering van Jeugdbescherming Nieuwe Stijl om de veiligheid van kinderen te borgen
Vanuit een intensieve samenwerking met de buurtteams en justitiële partners is de afgelopen jaren een daling in het aantal opgelegde justitiële maatregelen gerealiseerd. In 2017 lijkt de daling te zijn gestabiliseerd. Het landelijk beeld schetst een groei van het aantal opgelegde justitiële maatregelen.
Vanuit het wettelijk kader van de Jeugdwet is de gecertificeerde instelling SAVE verantwoordelijk voor de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. SAVE komt in beeld wanneer de veiligheid van het kind als kritische ondergrens in het geding komt. Daarbij kan voorkomen dat professionals verplicht worden om hierin handelend op te treden. Er is in 2017 een nadere verschuiving te zien in de aard van de door SAVE ingezette maatregelen richting een meer preventieve inzet. De buurtteams lijken meer toegerust om zelfstandige veiligheidsvraagstukken op te pakken en kunnen scherper afbakenen waar hun expertise ligt. Dat vertaalde zich in 2017 in een afname van het aantal (participatieve) consulten en SAVE onderzoeken en een toename aan kortdurende SAVE begeleidingen. Het afgelopen jaar is tijdens een raadsinformatiebijeenkomst en een werkbezoek voor raadsleden stil gestaan bij de complexiteit van de omgeving waarbinnen SAVE werkt en de situaties waarin Veilig Thuis, vaak op het scherpst van de snede, haar onderzoek verricht. Hierbij staat de veiligheid van het kind als kritische ondergrens altijd voorop.
Prestatie-indicator | Nulmeting | Doelstelling 2016 | Realisatie 2016 | Doelstelling 2017 | Realisatie 2017 | Doelstelling 2018 | Toelichting & details | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
P1 | Bereik jongerenwerk | 2013 | - | 2.183 | 2.180 | 2.180 | 2.190 | |||||||
|
||||||||||||||
P2.1 | Clientervaring buurtteams | 2015 | - | 7,9 | 7,4 | 8,1 | 7,4 | |||||||
|
||||||||||||||
P2.2 | Tijd tussen melding en start contact Buurtteams | 2015 | - | gemiddeld 14 dagen | 5 werkdagen | gemiddeld 10,7 dagen | 5 werkdagen | |||||||
|
||||||||||||||
P2.3 | % volgens plan beëindigde trajecten Buurtteams | 2015 | - | 74% | 77% | 76% | 78% | |||||||
|
||||||||||||||
P3.1 | Tijd tussen melding en start hulp Aanvullende zorg | 2016 | - | n.t.b. | - | gemiddeld 19,8 dagen | binnen 14 dagen | |||||||
|
||||||||||||||
P3.2 | % volgens plan beëindigde trajecten Aanvullende zorg | 2016 | - | 64% | 83% | 78% | 84% | |||||||
|
||||||||||||||
P3.3 | Cliëntervaring Aanvullende zorg | 2015 | - | 80% | - | 79% | 82% | |||||||
|
||||||||||||||
P4.1 | Verhouding drang- dwangmaatregelen gecertificeerde instelling | 35% / 65% | - | n.t.b. | 50%/50% | 38%/62% | 50%/50% | |||||||
|
||||||||||||||
P4.2 | Tijd tussen melding en start maatregel gecertificeerde instelling | 2015 | - | 5 werkdagen | 5 werkdagen | 5 werkdagen | 5 werkdagen | |||||||
|
||||||||||||||
P4.3 | Cliëntervaring van de gecertificeerde instelling | 2016 | - | n.t.b | - | Zie toelichting | - | |||||||
|
Omschrijving |
Actuele |
Reali- |
Nominale |
Actuele |
Reali- |
Verschil |
Actuele |
||||||||||
Baten |
|||||||||||||||||
15-1-1-1 |
Gewoon opvoeden |
0 |
54 |
0 |
0 |
-6 |
-6 |
0 |
|||||||||
15-1-1-2 |
Buurtteams Jeugd en Gezin |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||||||
15-1-1-3 |
Aanvullende zorg |
0 |
394 |
0 |
0 |
49 |
49 |
0 |
|||||||||
Totaal Baten |
0 |
449 |
0 |
0 |
43 |
43 |
0 |
||||||||||
Lasten |
|||||||||||||||||
15-1-1-1 |
Gewoon opvoeden |
2.859 |
2.688 |
3.075 |
3.531 |
2.892 |
640 |
3.991 |
|||||||||
15-1-1-2 |
Buurtteams Jeugd en Gezin |
14.282 |
16.268 |
14.610 |
18.637 |
18.610 |
28 |
20.144 |
|||||||||
15-1-1-3 |
Aanvullende zorg |
47.074 |
41.056 |
44.545 |
44.657 |
47.281 |
-2.624 |
44.131 |
|||||||||
15-1-1-4 |
Jeugdbescherming |
10.547 |
10.589 |
10.415 |
10.126 |
10.485 |
-358 |
9.999 |
|||||||||
Totaal Lasten |
74.763 |
70.600 |
72.644 |
76.952 |
79.267 |
-2.315 |
78.265 |
||||||||||
Saldo baten en lasten |
-74.763 |
-70.152 |
-72.644 |
-76.952 |
-79.224 |
-2.272 |
-78.265 |
||||||||||
Toevoeging reserves |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||||||||
Onttrekking reserves |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||||||||
Saldo na mutaties reserves |
-74.763 |
-70.152 |
-72.644 |
-76.952 |
-79.224 |
-2.272 |
-78.265 |
||||||||||
Bedragen zijn in duizenden euro's |
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
In 2017 hebben we gezien dat de vraag naar zorg toeneemt. Om de zorg te kunnen bieden die nodig is voor cliënten hebben we aanbieders meer budgettaire ruimte gegeven via de commissie passend alternatief, de pilot Extr@ en een addendum Ggz. Ondanks de groei van het aantal cliënten is er door het Rijk geen compensatie gegeven voor volumegroei. Deze combinatie heeft er toe geleid dat op het programma Jeugd een tekort is gerealiseerd van 2,272 miljoen euro. Het tekort is in lijn met de verwachting bij de tweede bestuursrapportage. Hierin hadden we reeds aangegeven dat we een tekort verwachten van 1,5 miljoen euro, maar dat we ook zagen dat de vraag naar zorg nog niet afnam en er een risico was dat de kosten nog verder zouden toenemen.
Voor 2018 en verder zijn gemeenten met het Rijk in gesprek over onder andere de toekenning van de compensatie voor volumegroei.
Gewoon opvoeden
De lasten op de doelstelling Gewoon opvoeden zijn 0,640 miljoen euro lager dan begroot. In 2017 is een reservering opgenomen voor een bijdrage in de verbouwing van een laatste Centrum voor Jeugd en Gezin. De verbouwing vindt in 2018 plaats, waardoor dit budget nu niet is ingezet. Bij de Voorjaarsnota 2017 hebben we afgesproken dat we extra investeren in de sociale basis. Voor 2017 ging dit om een bedrag van 0,850 miljoen euro. De middelen voor deze investeringen zijn in 2017 nog niet volledig ingezet. Vanaf 2018 zijn de investeringen wel ingevuld.
Buurtteams
Geen toelichting.
Aanvullende zorg
Onder deze doelstelling valt de zorg die we bij aanbieders inkopen voor specialistische jeugdhulp, jeugdhulp met verblijf, crisishulp met verblijf, landelijk ingekochte zorg en PGB.
Bij de Voorjaarsnota 2017 voorzagen we al dat de kosten voor Aanvullende zorg fors hoger zouden worden dan waarvoor we hebben ingekocht. U heeft daarom het toen gemelde tekort van 4,6 miljoen gedekt. In 2016 stond hier een overschot van 4,6 miljoen euro vanuit het programma Jeugd tegenover. In de tweede bestuursrapportage meldden we een tekort van 1,5 miljoen euro, met daarbij het risico dat de kosten nog zouden toenemen. Het tekort op de aanvullende zorg is uiteindelijk 2,6 miljoen euro geworden.
Op specialistische jeugdhulp hebben we in 2017 circa 3,8 miljoen euro meer ingezet dan we bij de inkoop voor 2017 hebben gecontracteerd, met name veroorzaakt door een forse toename in de vraag naar zorg. Een belangrijk deel van deze inzet hebben we gedaan via de Commissie Passend alternatief en de pilot Extr@Utrecht. Voor een aantal aanbieders is daarnaast op basis van gesprekken met deze aanbieders een maatwerkoplossing gezocht voor de geconstateerde krapte in het budget, in lijn met onze visie en contractafspraken.
Voor jeugdhulp met verblijf hebben we in 2017 circa 1,6 miljoen euro meer ingezet dan we voor 2017 oorspronkelijk hebben begroot. De toekenning van dit extra budget verliep voornamelijk via de Commissie Passend Alternatief.
Op het Landelijk Transitie Arrangement (LTA; landelijk ingekochte zeer specifieke jeugdhulp) hebben we de begroting voor 2017 naar beneden bijgesteld op basis van de realisatie over de voorgaande jaren. In 2017 is het gebruik van de zorg via het LTA voor Utrecht toegenomen. Daarnaast hebben enkele aanbieders nog kosten over 2016 (circa 0,5 miljoen euro) verrekend die we niet hadden voorzien. Hierdoor zijn de kosten voor het LTA 1,8 miljoen euro hoger dan begroot.
Doelstelling Jeugdbescherming
Het nadeel van 0,358 miljoen euro is veroorzaakt door diverse kleinere afwijkingen.
Meer details
Omschrijving |
Actuele |
Reali- |
Nominale |
Actuele |
Reali- |
Verschil |
Actuele |
||||||||||||||||
Baten |
|||||||||||||||||||||||
15-1-1-1 |
Gewoon opvoeden |
||||||||||||||||||||||
6651 |
Jeugd en vrije tijd |
0 |
54 |
0 |
0 |
-6 |
-6 |
0 |
|||||||||||||||
15-1-1-2 |
Buurtteams Jeugd en Gezin |
||||||||||||||||||||||
6365 |
OV Versnelling-Opvoeden en opgroeien |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||||||||||||
15-1-1-3 |
Aanvullende zorg |
||||||||||||||||||||||
6661 |
Specialistische ondersteuning |
0 |
0 |
0 |
0 |
36 |
36 |
0 |
|||||||||||||||
6664 |
Complexe problematiek |
0 |
394 |
0 |
0 |
13 |
13 |
0 |
|||||||||||||||
Totaal Baten |
0 |
449 |
0 |
0 |
43 |
43 |
0 |
||||||||||||||||
Lasten |
|||||||||||||||||||||||
15-1-1-1 |
Gewoon opvoeden |
||||||||||||||||||||||
6650 |
Verwijsindex en Jeugdmonitor |
54 |
53 |
54 |
54 |
53 |
0 |
54 |
|||||||||||||||
6651 |
Jeugd en vrije tijd |
2.805 |
2.635 |
3.021 |
3.477 |
2.838 |
639 |
3.937 |
|||||||||||||||
15-1-1-2 |
Buurtteams Jeugd en Gezin |
||||||||||||||||||||||
6365 |
OV Versnelling-Opvoeden en opgroeien |
325 |
284 |
675 |
675 |
672 |
3 |
675 |
|||||||||||||||
6655 |
Buurtteams Jeugd en Gezin |
13.957 |
15.984 |
13.935 |
17.962 |
17.938 |
25 |
19.469 |
|||||||||||||||
15-1-1-3 |
Aanvullende zorg |
||||||||||||||||||||||
6660 |
Generalistische ondersteuning |
338 |
348 |
226 |
219 |
220 |
-1 |
0 |
|||||||||||||||
6661 |
Specialistische ondersteuning |
21.336 |
20.827 |
19.051 |
21.805 |
23.096 |
-1.291 |
21.458 |
|||||||||||||||
6662 |
Residentiele hulp |
13.516 |
14.220 |
13.403 |
16.890 |
16.578 |
311 |
16.930 |
|||||||||||||||
6663 |
Crisis Jeugdzorg |
1.813 |
1.065 |
1.813 |
743 |
761 |
-18 |
743 |
|||||||||||||||
6664 |
Complexe problematiek |
10.071 |
4.595 |
10.053 |
5.000 |
6.626 |
-1.626 |
5.000 |
|||||||||||||||
15-1-1-4 |
Jeugdbescherming |
||||||||||||||||||||||
6665 |
AMHK |
201 |
207 |
134 |
130 |
130 |
0 |
0 |
|||||||||||||||
6666 |
SAVE |
10.347 |
10.382 |
10.281 |
9.996 |
10.354 |
-358 |
9.999 |
|||||||||||||||
Totaal Lasten |
74.763 |
70.600 |
72.644 |
76.952 |
79.267 |
-2.315 |
78.265 |
||||||||||||||||
Saldo baten en lasten |
-74.763 |
-70.152 |
-72.644 |
-76.952 |
-79.224 |
-2.272 |
-78.265 |
||||||||||||||||
Toevoeging reserves |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||||||||||||||
Onttrekking reserves |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||||||||||||||
Saldo na mutaties reserves |
-74.763 |
-70.152 |
-72.644 |
-76.952 |
-79.224 |
-2.272 |
-78.265 |
||||||||||||||||
Bedragen zijn in duizenden euro's |
Investeringen
Voor deze subdoelstelling zijn investeringen niet van toepassing.
Subsidies
Prestatie- |
Subsidie- |
Omschrijving Subsidiedoelstelling |
Begroting 2017 |
Realisatie 2017 |
Verschil |
Ambulant jongerenwerk |
Activeren van jeugdigen en bieden van mogelijkheden tot optimale ontwikkeling. |
1.728 |
1.871 |
0 |
|
Kinder- en jongerenwerk |
Meidenwerk, circus, jeugdverenigingen. |
100 |
205 |
0 |
|
Opvoedondersteuning |
Hulp bij opgroeiproblemen voor jongeren. |
82 |
222 |
0 |
|
Versnelling Overvecht Opvoeden en Opgroeien |
Versnelling Overvecht Opvoeden en Opgroeien. |
608 |
534 |
0 |
|
Totaal Prestatiedoelstelling 1.1.1 Basisvoorzieningen zijn georganiseerd en initiatieven worden ondersteund |
2.518 |
2.832 |
0 |
||
Buurtteams jeugd en gezin |
Integraal inzetten van jeugdzorgaanbod zonder indicatiestelling. |
17.157 |
17.296 |
0 |
|
Jeugdhulp |
Trajectmanagement, woonbegeleiding, onderwijshulpverlening en intensieve hulp bij opgroeiproblemen voor jongeren. |
497 |
611 |
0 |
|
Totaal Prestatiedoelstelling 1.1.2 Een stedelijk dekkend, goed functionerend netwerk van buurtteams Jeugd en Gezin |
17.654 |
17.907 |
0 |
||
Zwerfjongeren |
Preventie en duurzaam herstel uitgaande van participatie en eigen kracht van zwerfjongeren door tijdelijke intensieve acties. |
989 |
989 |
0 |
|
Totaal Prestatiedoelstelling 1.1.3 Aanvullende jeugdhulp |
989 |
989 |
0 |
||
Totaal Subdoelstelling |
21.161 |
21.728 |
0 |
||
Bedragen zijn in duizenden euro's |