Algemene middelen en onvoorzien
Algemene middelen en onvoorzien gaat over de financiële middelen die nog geen bepaald bestedingsdoel hebben. Zij worden betrokken bij het financiële beeld van de voorjaarsnota. Het betreft:
- gemeentelijke belastingen;
- ontvangen uitkeringen uit het Gemeentefonds;
- het resultaat op langlopende leningen en dividenden;
- algemene stelposten die nog te verdelen zijn over de beleidsprogramma's;
- de stelpost budgetstructuur Leidsche Rijn;
- een stelpost voor onvoorziene kosten die niet anders kunnen worden gedekt.
Actuele |
Reali- |
Nominale |
Actuele |
Reali- |
Verschil |
Actuele |
Baten
Onroerendezaakbelasting |
92.796 |
91.190 |
96.118 |
96.118 |
95.047 |
-1.072 |
97.997 |
Toeristenbelasting |
2.794 |
3.376 |
2.851 |
3.371 |
4.171 |
801 |
3.415 |
Uitkering gemeentefonds |
634.216 |
651.401 |
627.541 |
643.641 |
648.804 |
5.163 |
663.231 |
Dividenden |
1.250 |
1.873 |
1.250 |
2.096 |
2.258 |
162 |
1.296 |
Langlopende geldleningen |
55.643 |
56.866 |
57.448 |
612 |
2.474 |
1.862 |
597 |
Totaal Baten |
786.699 |
804.707 |
785.208 |
745.838 |
752.753 |
6.915 |
766.536 |
Lasten
Onroerendezaakbelasting |
5.778 |
5.534 |
5.750 |
5.390 |
6.239 |
-850 |
5.305 |
|||||||
Toeristenbelasting |
264 |
297 |
283 |
286 |
317 |
-30 |
284 |
|||||||
Langlopende geldleningen |
26.319 |
26.235 |
28.700 |
-30.536 |
-27.536 |
-3.000 |
-27.587 |
|||||||
Overige stelposten |
10.819 |
9.605 |
6.017 |
5.667 |
359 |
5.308 |
4.578 |
|||||||
Onvoorzien |
159 |
0 |
159 |
159 |
0 |
159 |
159 |
|||||||
Budgetstructuur Leidsche Rijn |
-2.557 |
0 |
-2.553 |
-3.261 |
0 |
-3.261 |
-1.744 |
|||||||
Totaal Lasten |
40.783 |
41.672 |
38.356 |
-22.295 |
-20.621 |
-1.674 |
-19.005 |
|||||||
Saldo baten en lasten |
745.916 |
763.035 |
746.852 |
768.133 |
773.374 |
5.241 |
785.541 |
|||||||
Mutaties reserves |
||||||||||||||
Toevoeging reserves |
39.034 |
39.034 |
6.402 |
42.992 |
42.992 |
0 |
3.184 |
|||||||
Onttrekking reserves |
-33.871 |
33.871 |
29.527 |
90.174 |
90.174 |
0 |
-28.575 |
|||||||
Saldo na mutaties reserves |
740.752 |
757.871 |
769.976 |
815.315 |
820.556 |
5.241 |
810.932 |
Bedragen zijn in duizenden euro's
Financiële toelichting
Hierna lichten wij per onderdeel de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe.
Onroerendezaakbelasting
De onroerende-zaakbelastingen voor woningen waren 2,31 miljoen euro hoger dan begroot. De opbrengsten van de niet-woningen eigendom bleven 1,85 miljoen euro achter bij de begroting en die van de niet-woningen gebruik 1,83 miljoen euro. De achterblijvende opbrengsten voor de niet-woningen zijn te verklaren door een minder dan verwachtte areaal toename. Voordat nieuwbouw op bestaande locaties volledig in de heffing kan worden meegenomen, neemt de woz-waarde voor enige tijd af als gevolg van de sloop van het bestaande pand. Dit heeft een tijdelijke verlaging van de belastinggrondslag tot gevolg. Als de nieuwbouw eenmaal gereed is, wordt de woz-waarde van de nieuwbouw weer volledig meegenomen. Daarnaast zagen we het effect van het omzetten van niet-woningen in woningen. Uit oude jaren volgde voor woningen een nadeel van 0,23 miljoen euro en voor niet-woningen een voordeel van 0,52 miljoen euro.
Aan de lastenkant is de aan de onroerende-zaakbelasting toe te rekenen bijdrage aan de BghU opgenomen. Met ingang van 2017 worden aan de lastenkant ook de bedragen aan oninbare belasting geboekt. Dit verklaart het verschil met de actuele begroting, waarin de oninbare bedragen niet zijn meegenomen.
Een nadere toelichting is opgenomen in de paragraaf lokale heffingen .
Verbonden partijen
Bijdrage aan de BghU voor onroerende-zaakbelastingen: 5,515 miljoen euro.
Precario- toeristen- en hondenbelasting
De opbrengsten van de precario- en hondenbelasting liggen in lijn met de begroting. De opbrengsten toeristenbelasting komen aanzienlijk hoger uit dan de begroting. We zien hierin de toegenomen belangstelling voor onze stad weerspiegeld. Aan de lastenkant zijn de bedragen voor kwijtschelding en oninbaar opgenomen. Omdat bij de begroting alleen het aandeel in de bijdrage aan de BghU was meegenomen, vallen de lasten hoger uit dan begroot. Voor een nadere toelichting zie de paragraaf lokale heffingen
.
Verbonden partijen
Bijdrage aan de BghU voor de hondenbelasting, precariobelasting en hondenbelasting: 0,241 miljoen euro.
Uitkering gemeentefonds
Ten opzichte van de begroting 2017 is de algemene uitkering van het gemeentefonds 5,1 miljoen euro positiever. Dit is in lijn met de verwachtingen op basis van de Mei- en Septembercirculaire 2017. De meicirculaire hebben wij toegelicht in de paragraaf financieel beeld van de programmabegroting 2018. Over de consequenties van de septembercirculaire hebben wij u een raadsbrief (4832224) gezonden. De hogere inkomsten zijn toe te schrijven aan een hoger accres van 3,0 miljoen euro en aan extra inkomsten voor de bekostiging van extra taken van circa 2,1 miljoen euro.
Langlopende geldleningen / Financiering
Het financieringsresultaat over 2017 is uitgekomen op circa 30 miljoen euro. Dat is circa 1,1 miljoen euro lager dan geraamd.
De baten zijn 1,9 miljoen euro hoger uitgevallen dan geraamd. Dit komt voor 1,6 miljoen euro door de renteontvangsten vanuit de 3- en 6-maands leningen onder de swaps vanwege de negatieve rente. Daarnaast bleven de rentebaten uit kredietovereenkomsten 0,1 miljoen euro achter bij de raming. Overige kortlopende leningen leverden, ook vanwege de negatieve rente, een voordeel op van 0,3 miljoen euro. Tenslotte is er 0,1 miljoen euro voordeel op overige rentebaten.
De geraamde en gerealiseerde lasten voor 2017 geven negatieve bedragen te zien (dus per saldo baten). Dit komt door een stelselwijziging die in 2017 op grond van BBV is doorgevoerd. Op grond van die voorschriften dient intern toegerekende rente, die voorheen als bate werd geboekt, voortaan als negatieve last te worden verantwoord. De bedragen over 2017 zijn negatief omdat zowel bij de begroting als bij de realisatie de intern toegerekende rente hoger is dan de rentelasten uit de langlopende leningenportefeuille.
Op de lasten is een nadeel van 3 miljoen euro zichtbaar. Daarvan wordt 2,8 miljoen euro veroorzaakt doordat de boekwaarde van de activa, waar interne rente aan wordt toegerekend, lager is uitgevallen dan verwacht. Daarnaast is er 0,1 miljoen euro hogere rentelasten op leningen. Tenslotte is er 0,1 miljoen nadeel op overige rentelasten.
Dividenden
De baten zijn 0,16 miljoen euro hoger dan geraamd. Dit komt door een hoger dan verwachte winstuitkering door Vitens. Dit voordeel was reeds gemeld bij de tussentijdse bestuursrapportage.
Algemene stelposten
De lasten bedragen 5,308 miljoen euro minder dan begroot. Het voordelige verschil bestaat hoofdzakelijk uit een stelpost voor het inkomensdeel Wet Werk en Bijstand van 5,0 miljoen euro. Dit bedrag is bij de Voorjaarsnota 2015 (paragraaf 2.2.3) gereserveerd ter financiële dekking van het verwachte nadelige effect van het nieuwe verdeelmodel voor verdeling van rijksmiddelen voor bijstandsuitkeringen. In 2017 wordt het nadelige verschil op bijstandsuitkeringen binnen het programma Werk en Inkomen financieel gedekt uit deze stelpost van 5 miljoen euro.
Een overschot als gevolg van evenredige groei/krimp van ondersteunende afdelingen geeft een voordelig resultaat van 0,256 op de algemene middelen. Een voordelig verschil van 0,052 miljoen euro betreft diverse kleine verschillen waaronder het restant van een stelpost voor onvoorziene loonkosten en werkgeverspremies in 2017. Deze kunnen vrijvallen.
Stelpost onvoorzien
Het budget voor onvoorziene algemene kosten van 0,159 miljoen euro is in 2017 niet aangewend.
Stelpost budgetstructuur Leidsche Rijn
Op deze stelpost wordt een structureel budget opgebouwd ter bekostiging van de kapitaallasten van nieuwe voorzieningen in Leidsche Rijn. De opbouw van de stelpost houdt gelijke tred met de inwonerstoename in Leidsche Rijn. Op het moment dat een nieuwe voorziening in gebruik wordt genomen, komt het benodigde budget ter beschikking. Doordat de opbouw van de stelpost (op basis van inwonerstoename) tijdelijk achter blijft bij de aanwending ervan (voor in gebruik genomen maatschappelijke voorzieningen en openbare ruimte), is tot en met 2017 een nadelig verschil ontstaan van 3,261 miljoen euro. Met de nadelige verschillen is rekening gehouden in de reserve budgetstructuur Leidsche Rijn. Het verschil wordt jaarlijks verrekend met deze reserve.