Reservepositie en eigen vermogen
1.1 Ratio weerstandsvermogen
Zie ook paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing
. De ratio weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin wij in staat zijn om tijdelijk risico’s op te vangen zonder dat het beleid moet worden gewijzigd. De algemene reserve vormt de directe weerstandscapaciteit om risico’s af te dekken. Daarnaast is sprake van indirect weerstandsvermogen in de vorm van onbenutte belastingcapaciteit en de post 'onvoorzien'.
Formule: (Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit / ’benodigde weerstandscapaciteit)
Maatstaf
De maatstaf vloeit voort uit de
Nota ‘Risicomanagement en weerstandsvermogen 2015 – 2018
(pdf, 498 kB). De ratio weerstandsvermogen wordt stabiel op 1,0 gehouden.
Tabel 1.1: Ratio weerstandsvermogen
Jaarverslag 2017 |
Verloop kengetal |
||
Kengetal: |
Verslag 2016 |
Begroting 2017 |
Verslag 2017 |
Ratio weerstandsvermogen |
1,06 |
1,04 |
1,04 |
Stand van zaken
De ratio weerstandsvermogen van Utrecht was bij de begroting 2018 gelijk aan 1,0. Bij de verantwoording 2017 is de benodigde weerstandscapaciteit opnieuw beoordeeld. Het benodigde weerstandsvermogen is afgenomen ten opzichte van de begroting 2018 met 2,1 miljoen euro. De oorzaak is te vinden in diverse wijzigingen in de risico’s. De beschikbare weerstandscapaciteit is licht toegenomen. Per saldo is het weerstandsvermogen nagenoeg gelijk gebleven.
Sturingsmogelijkheden
Door middel van actieve risicobeheersing bij het aangaan van financiële en juridische verbintenissen en in de werkprocessen en door zekerheden te stellen bij kredietverstrekking worden bestaande risico's verminderd en nieuwe zoveel mogelijk beperkt. Hiermee werken wij doorlopend aan een toereikend weerstandsvermogen zodat wij minder beroep hoeven doen op de algemene risicoreserve, hetgeen de weerbaarheid ten goede komt.
1.2 Relatieve omvang van de programmareserves
In deze Programmabegroting vindt u in de bijlagen de stand van de reserves gespecificeerd.
Naast de algemene reserve zijn ook de programmareserves onderdeel van het eigen vermogen van de gemeente en ligt hierin weerbaarheid besloten. De bestemming van programmareserves kan nog door de raad worden aangepast mocht dit nodig zijn; bijvoorbeeld om in te spelen op een financiële crisissituatie. Dat laatste geldt voor zover er nog geen contractuele verplichtingen zijn aangegaan. Reserves ter dekking van kapitaallasten zijn hiervan uitgezonderd. De totale omvang van de programmareserves fluctueert maar is in de regel voldoende groot zodat een vast bestanddeel ruimte biedt voor herbestemming.
Maatstaf
We volgen het verloop van de bestemmingsreserves in relatie tot het totaal van de jaarlasten. Bij een toename gaan we ervan uit dat ook de weerbaarheid die besloten ligt in de betreffende reserves toeneemt.
Formule: [totaal van de programmareserves begin jaar gedeeld door totaal van de exploitatielasten, uitgedrukt in %]
Tabel 1.2: Relatieve omvang programmareserves
Jaarverslag 2017 |
Verloop kengetal |
||
Verslag 2016 |
Begroting 2017 |
Verslag 2017 |
|
Programmareserves |
273,7 |
240,2 |
249,1 |
Totaal lasten vóór reserves |
1.435 |
1.449 |
1.326 |
Relatieve omvang programmareserves |
19,1 % |
16,6% |
18,8% |
Bedragen zijn in miljoenen euro's
Stand van zaken
Een nadere specificatie van de programmareserves en hun verloop is opgenomen in de bijlage Stand en verloop reserves.
De weerbaarheid in de vorm van programmareserves is afgenomen als we kijken naar de absolute volumedaling met 24,6 miljoen euro tussen 1-1-2016 en 1-1-2017. De relatieve omvang van de reserves is licht gedaald met 0,3 procentpunten. De daling van de totale lasten zorgt daarentegen voor een stijging van de relatieve omvang (een zogenaamd noemer-effect), hetgeen de weerbaarheid ten goede komt.
Het risico-deel van de reserve 'Decentralisatie sociaal domein' is voor een bedrag van 13,0 miljoen euro vrij gevallen uit de bestemmingsreserve en opgenomen in de risicoparagraaf. Ook hebben wij begin 2017 de reserves doorgelicht met als uitkomst dat 3,559 miljoen euro vrij kon vallen ten gunste van het financiële beeld bij de voorjaarsnota.
Sturingsmogelijkheden
Deze tekst actualiseren: Omvangrijke programmareserves zijn gunstig voor de weerbaarheid maar anderzijds verkleinen ze de beleidsruimte. Met het oog op optimalisering van de sturingsruimte werken wij volgens de
Nota ‘Reserves en voorzieningen 2014 – 2018’
(pdf, 203 kB). Daarin is ervoor gekozen om zo weinig mogelijk begrotingsmiddelen vast te leggen in reserves. De spelregels zorgen voor een afweging bij het instellen van reserves en de omvang ervan.