Robuuste begroting
4.1 Structurele exploitatieruimte (BBV)
Dit kengetal is van belang voor de beoordeling van de structurele ruimte om de lasten te blijven dragen. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten.
Formule: [(structurele baten -/- structurele lasten) + (structurele onttrekkingen -/- structurele stortingen reserves) / totale baten vóór reserves]
Maatstaf
Een positieve uitkomst van dit kengetal houdt in dat het structurele deel van de begroting voldoende ruimte biedt om de lasten te blijven dragen.
Tabel 4.1: Structurele exploitatieruimte
Jaarverslag 2017 |
Verloop kengetal |
||
Kengetal: |
Verslag 2016 |
Begroting 2017 |
Verslag 2017 |
Structurele exploitatieruimte |
-0,52% |
-0,55% |
-0,54% |
Stand van zaken
De uitkomst is licht negatief. Dit komt doordat wij behoedzaam zijn met het begroten van structurele baten en structurele onttrekkingen aan reserves. Daarentegen worden structurele lasten en stortingen begroot zodra ze te voorzien zijn. Deze begrotingsdiscipline heeft een verlagend effect op de uitkomst.
Sturingsmogelijkheden
Met behulp van meerjarenplannen zetten wij de benodigde middelen voor omvangrijke projecten af tegen de gespaarde middelen in bestemmingsreserves. Daarnaast werken we in de regel met kapitaallastenreserves voor de dekking van kapitaallasten gedurende de hele levensduur. Zodoende zorgen we ervoor dat investeringen van nu zo weinig mogelijk beslag leggen op toekomstige begrotingsmiddelen.
4.2 Stabiele begroting
Als gevolg van gewijzigde economische omstandigheden, kortingen in het gemeentefonds en herdefiniëring van gemeentelijke taken, waren wij de afgelopen jaren genoodzaakt tot structurele bezuinigingen. Het is altijd van groot belang dat deze taakstellingen zo snel mogelijk van concrete maatregelen worden voorzien.
Maatstaf
Als maatstaf gebruiken we het criterium dat voorkomende bezuinigingen bij de voorjaarsnota van realiseerbare maatregelen moeten zijn voorzien.
Stand van zaken
In de voorjaarsnota 2017 zijn knelpunten in kaart gebracht en voorzien van oplossingen. Bij één onderwerp is een taakstellende bezuiniging opgenomen, namelijk het verwachte tekort op bijstandsuitkering (BUIG). Door een nieuwe verdeelsystematiek is de rijksuitkering voor de bijstandsverstrekking onvoldoende om onze kosten te dekken. Het verwachte tekort loopt op tot 12 miljoen euro structureel. Door het nemen van maatregelen gericht op uitstroom uit de bijstand, lobby richting het rijk en het inzetten op verbetering van het verdeelmodel en de werking van het vangnet verwachten we van dit tekort een kwart (3 miljoen euro) vanaf 2020 op te kunnen lossen. Het resterende tekort hebben we gedekt ten laste van de algemene middelen. Over de voortgang en het succes van de maatregelen rapporteren wij in de komende voorjaarsnota’s en bestuurlijke rapportages. Verder zijn er geen openstaande taakstellingen meer in de begroting verwerkt.
Sturingsmogelijkheden
Afgesproken bezuinigingen moeten tijdig worden gerealiseerd zodat de financiële resultaten niet onder druk komen.
4.3 Financieel evenwicht
Financieel evenwicht is één van de voornaamste criteria waarop de Provincie onze begroting beoordeelt. Tot 2014 was het criterium voor financieel evenwicht een ‘sluitende begroting’. Dit houdt in dat de structurele lasten financieel gedekt zijn met structurele baten en dat de begroting over een periode van vier jaar geen tekorten bevat. Sinds 2014 is het nieuwe landelijke gemeenschappelijk toezichtkader ‘Kwestie van evenwicht’ van kracht. Het nieuwe criterium is ‘structureel en reëel evenwicht’. Dit houdt in dat de Provincie toetst op kwaliteit en plausibiliteit van de begroting en meerjarenraming, waarbij het realiteitsgehalte en de volledigheid van de geraamde baten en lasten worden getoetst.
Vanaf 1 maart 2018 wordt de toezichtbrief van de provincie Utrecht ook toegankelijk via de interactieve Interbestuurlijke Toezichtkaart (IBT-)kaart
Maatstaf
Onze maatstaf sluit aan bij de hiervoor genoemde toezichtcriteria van de Provincie Utrecht. Een begroting die voldoet aan de toetsingscriteria van de provincie leidt tot repressief toezicht. Dit houdt in dat wij de begroting direct kunnen uitvoeren zonder goedkeuring vooraf door de provincie.
Stand van zaken
De begroting 2018-2021 is meerjarig in evenwicht. Op 20 december 2017 heeft de provinciale Gedeputeerde van financieel toezicht de aard van het begrotingstoezicht voor de Utrechtse gemeenten vastgesteld. Utrecht blijft net als alle andere 25 Utrechtse gemeenten onder het repressieve toezicht. Dit betekent dat aan de provinciale toetsingscriteria voor financieel evenwicht is voldaan.